Doelgroep
Professionals die werkzaam zijn in de zorg, welzijn, onderwijs of bij de justitie.
Methodiek
De training is gebaseerd de ‘Washington State Aggression Replacement Training’ (WSART), welke gebruik maakt van leertheoretische en cognitief-gedragstherapeutische technieken en inzichten. De training bestaat uit drie onderdelen:
Sociale vaardigheden
In deze module staan de gedragsmatige aspecten van agressief gedrag centraal. De deelnemers krijgen cognitief-gedragstherapeutische technieken (waaronder modeling, instructie, oefening en feedback) aangereikt om hun cliënten uiteenlopende sociale vaardigheden aan te kunnen leren, waardoor zij adequater kunnen reageren op situaties die veelal aanleiding zijn tot agressief gedrag.
Zelfcontrole
Dit onderdeel is gericht op de emotionele component van het gedrag en richt zich op de gedachten en gevoelens die vooraf gaan aan agressief gedrag. Er wordt aandacht gegeven aan zelfcontrolemechanismen die helpen meer controle te krijgen in situaties die tot agressie kunnen leiden. Ook is er aandacht voor het signaleren van boosheid en agressie en het verminderen van de neiging tot agressief gedrag, zodat het probleem op een pro-sociale manier kan worden opgelost.
Moreel redeneren
Dit onderdeel stimuleert de ontwikkeling van de morele denkwijze in lastige sociale situaties. De deelnemer leert op welke wijze ondersteuning geboden kan worden als het gaat om maken van morele afwegingen en bespreken van morele dilemma’s. Speciale aandacht is er voor het herkennen van denkfouten bij de met betrekking tot empathie. Denkfouten zijn verdraaiingen van de werkelijkheid of een mening die geen rekening houdt met anderen.
Werkwijze
Tijdens deze training worden de deelnemers opgeleid om een individuele training Agressie Controle op maat te verzorgen en vaardigheden te ontwikkelen op het gebied van basishouding, doelgerichtheid en inzet van beproefde technieken die zich focussen op boosheidscontrole, sociale vaardigheden en moreel redeneren. Ze zijn hierdoor in staat om het risico op agressief en antisociaal gedrag bij hun cliënten te verminderen en ze te leren om toekomstige risicovolle situaties op een pro-sociale manier op te lossen.