Door vaardigheidstekorten kunnen problemen ontstaan op verschillende gebieden, zoals school, werk, vriendschappen, weerbaarheid, thuissituatie, vrije tijd etc. Het is daarom belangrijk dat deze ontbrekende vaardigheden worden aangeleerd. Voorbeelden van sociale vaardigheden zijn: ‘voor jezelf opkomen, je mening op een juiste manier geven, nee zeggen als een ander je probeert over te halen, jezelf op een positieve manier presenteren, omgaan met boosheid, woede en frustratie, hulp vragen, omgaan met kritiek etc.’. Onder cognitieve vaardigheden worden vaardigheden bedoeld als ‘keuzes maken, oplossingen bedenken in lastige situaties en probleemoplossende vaardigheden’.
Doelgroep
Jongeren en volwassenen met sociale- en cognitieve vaardigheidstekorten die problemen ervaren op één of meer leefgebieden.
Methodiek
De training is gebaseerd op het sociale competentiemodelen ontwikkeld vanuit de ‘What Works beginselen’ die algemeen geaccepteerd worden als de belangrijkste voorwaarden voor effectieve interventies. In dit model worden de deelnemers competent genoemd als ze over voldoende vaardigheden beschikken om de ontwikkelingstaken waarmee zij in het dagelijks leven geconfronteerd worden op adequate wijze kunnen vervullen. Ontwikkelingstaken zijn thema’s die bij een bepaalde levensfase horen en die van een persoon bepaalde gedragingen en dus vaardigheden vragen. Extra aandacht wordt besteed aan taken en vaardigheidstekorten die in relatie staan tot het problematische gedrag. Het model is effectief gebleken voor mensen met sociale en cognitieve vaardigheidstekorten. Het vergroten van sociale competenties leidt tot verbetering van de psychosociale situatie.
Werkwijze
Door de individuele karakter van de training is het aanbod volledig op maat. Dit geldt naast de inhoud ook voor de duur en de intensiteit van de training. De bijeenkomsten hebben stuk voor stuk een actief en praktisch karakter; er hangt vooral een ‘doe’ sfeer in plaats van een ‘praat’ sfeer. Nieuw gedrag wordt aangeleerd en geoefend en er wordt een directe link gelegd van de aangeboden kennis en vaardigheden naar het alledaagse leven van de deelnemer.
De eerste twee bijeenkomsten staan in het teken van het kennismaken en het informatie verzamelen. In de derde bijeenkomst stelt de vaardigheidstrainer samen met de deelnemer een voorlopig trainingsplan op. In de bijeenkomsten erna zullen onderwerpen en doelen vanuit dit trainingsplan worden getraind aan de hand van evidence based trainingstechnieken. Na elke bijeenkomst krijgt de deelnemer een opdracht mee naar om het geleerde ook in de praktijk te kunnen toepassen (generalisatie).
Indien gewenst kunnen ook belangrijke personen uit het netwerk in de training betrokken worden. De laatste bijeenkomst staat in de teken van de evaluatie van de getrainde vaardigheden en hoe de deelnemer het geleerde kan borgen voor de toekomst. Het is wenselijk dat de sleutelfiguren bij deze bijeenkomst aanwezig zijn. De deelnemer ontvangt na afloop van de training een certificaat en een tegoedbon. Deze tegoedbon geeft recht op één extra bijeenkomst, bijvoorbeeld wanneer de deelnemer nog iets met de trainer wil bespreken.